Sneltoetsen aanpassen

Met behulp van sneltoetsen kunt u veelvoorkomende taken sneller uitvoeren. Met CTRL+C kopieert u bijvoorbeeld snel een geselecteerd item naar het Klembord.

Sneltoetsen definiδren of wijzigen

  1. Selecteer Opties in het menu Extra.
  2. Open de map Omgeving in het dialoogvenster Opties.
  3. Kies Toetsenbord.

    Wanneer u bestaande sneltoetsen opnieuw toewijst of nieuwe sneltoetsen toewijst aan veelgebruikte opdrachten, moet u een gedefinieerd Toewijzingsschema voor toetsenbord kiezen en daar vervolgens een kopie van maken voor eigen gebruik. De sneltoetsen in de standaardschema's kunnen niet worden gewijzigd, maar sneltoetsen in aangepaste schema's wel.

  4. Selecteer op de pagina Toetsenbord een Toewijzingsschema voor toetsenbord.
  5. Kies Opslaan als.
  6. Typ in het dialoogvenster Schema opslaan een naam voor het nieuwe schema.
  7. Klik op OK.

    Opmerking   Zolang er geen wijzigingen in zijn aangebracht, bevat een nieuw toewijzingsschema dezelfde sneltoetstoewijzingen als het oorspronkelijke schema waarop het nieuwe schema is gebaseerd.

  8. Typ een trefwoord met betrekking tot een opdracht in het tekstvak Opdrachten weergeven met. Als u bijvoorbeeld een sneltoets wilt definiδren waarmee u een nieuwe oplossing opent, kunt u "oplossing" in het tekstvak typen.
  9. Selecteer de desbetreffende opdracht in de keuzelijst.
  10. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Nieuwe snelkoppeling gebruiken in de omgeving waarin u de nieuwe sneltoets wilt gebruiken. Kies Algemeen als u wilt dat de sneltoets in alle contexten beschikbaar is.
  11. Plaats de cursor in het tekstvak Druk op sneltoets(en).
  12. Houd een niet-teksttoets of een combinatie van niet-teksttoetsen ingedrukt (bijvoorbeeld ALT, CTRL of SHIFT) en druk vervolgens op de gewenste teksttoets.
  13. Kies Toewijzen en klik vervolgens op OK.